top of page
Foto van schrijverMats Van Kemseke

De big migration



Het is niet zo lang geleden maar het lijkt een ver verleden, juist de ferry richting Deutschland daar waren we gebleven. Zoals de gnoes op de Afrikaanse savanne  een barre, gevaarlijke toch afleggen, rivieren vol krokodillen doorkruisend op zoek naar vers gras, is het ook voor ons tijd om te migreren. Op naar een zomerse winter in het goddelijke Griekenland.


Acclimatiseren

First things first, we zijn weer op bezoek bij die knorrige Duitsers. En daar ligt ie al onze rivier vol krokodillen: een kapot voorlicht wordt vakkundig vervangen, een scheur in de zijbumper van Appa tijdelijk gefixeerd met duct tape. So far so good. Maar dan, op een nazomerse donderdagavond: paniek, tandpijn bij m’n compagnon de route. Waar is die vulling naar toe? Ik kook wel wat extra pasta hoor als je honger hebt, je moet je eigen tanden niet beginnen opeten. Nog nooit hebben we de Duitse efficiëntie zo weten te appreciëren als de volgende ochtend. Om 8u vertrekken naar een tandarts zonder afspraak en om 9u sta je weer buiten met een nieuwe vulling in je mond, als dat niet heerlijk is.


Na een driedaagse in Saksisch Zwitserland, parel aan de Elbe bekend voor zijn indrukwekkende rotsformaties, bereiken we het drielandenpunt Tsjechië-Polen-Duitsland. Die eerste moet nog even geduld uitoefenen, Polen komt als eerst aan de beurt. Een land met nieuwe uitdagingen: egaal asfalt is er nog niet uitgevonden, een fikse storm heeft het elektriciteitsnetwerk in de regio platgelegd en een invasieve zwerm vliegjes kleurt de binnenkant van Appa zwart. We gaan er geen krokodillentraan om laten, goed geprobeerd maar no way José.


Reikhalzend kijken we uit naar de komst van de beste vrienden die een mens zich kan wensen. Een bezoek dat ik bijna niet had gehaald. Vrijdag 6 oktober, Ostrzyca is the place to be, een landelijk dorpje in de schaduw van een uitgedoofde vulkaan die een officiële camperplaats herbergt, gratis bovendien, say no more. De steile klim hadden onze benen eerder op de dag al getrotseerd. Het uitzicht dat we ervoor terugkregen over het lappendeken aan bossen en weilanden waarboven een eenzame roofvogel patrouilleert, werd meer dan goedgekeurd. Het is al donker buiten wanneer er plots iemand op onze deur klopt. Het blijkt de ietwat vreemde man te zijn die verantwoordelijk is voor deze plek. Of we kunnen helpen om iets te verhuizen naar een plaatsje 10 kilometer hiervandaan? We mogen hier gratis staan, nee zeggen lijkt geen optie. En zo gebeurt het dat je in the middle of nowhere banken en tafels staat in te laden in de remorque van een wildvreemde Pool. Jana past op de camper terwijl wij koers zetten naar een donker en verlaten bos. We slaan een zandpadje in. Ik spot een paar konijnen, een wasbeer en iets dat op een fret lijkt. Het padje stopt en we rijden een oude metalen poort door met net daarachter een Duitse scheper die wild staat te blaffen. Scènes uit horrorfilms flitsen over mijn netvlies. Orgaanhandel? Ontvoering? Afpersing? Gelukkig niets van dat alles. We zetten de banken en tafels op de juiste plek, stoppen op de terugweg om de remorque te overhandigen en komen veilig en wel terug aan bij de camper. Eind goed al goed.



Kom erbij en dans

De volgende dag is het dan zo ver: Maartje en Pieter zijn in het land. Sociaal gedrag, hoe ging dat ook alweer in zijn werk? Iets met koetjes en kalfjes, grote en kleine geheimen of roddels om uit te wisselen. Het weerzien hartelijk, de sfeer opperbest. Een week vol hoogtepunten ligt in het verschiet, soms misschien iets te letterlijk. De reünie is nog geen 24 uur ver en daar staan we dan, oog in oog met een indrukwekkende rotswand te luisteren naar de instructies hoe je dit stenen monster best kan beklimmen. Te veel nadenken nefast, klimgordel aan, angstknop uit en klimmen maar. Oefening baart kunst, zo blijkt wanneer we 3 dagen later opnieuw ons geluk beproeven. De top ronden: check. Genieten van het magnifieke uitzicht boven de bomen: dubbelcheck. En passant dit nog leuk vinden ook, wie had dat gedacht?


We vertoeven aan de rand van het reuzengebergte dus dat vraagt om een stevige wandeling. De Snezka, vertaald als sneeuwwitjeberg is ons slachtoffer, een pittig ding zo blijkt: 917 hoogtemeters tot aan de Tsjechische grens om een zee van bergen te aanschouwen, daar word ik nu eens echt intens gelukkig van. Warme chocomelk als medicijn tegen de snijdende wind en onze tellers laten stoppen op 20 kilometer, ziet ons gaan.


Van al die inspanningen krijgt een mens honger: vlam in de pan, grillen is wat wij willen. Een (te) laat ingezette barbecue gehuld in duisternis, opwaaiende steentjes die voor extra crunch zorgen? Niks mis mee, die Duitse tandarts heeft zijn werk prima gedaan. We verheffen ons gat en rijden met z’n allen Tsjechië binnen. De hereniging loopt dan alweer op zijn laatste benen, time flies wanneer je veel leute hebt. Chers amis, het was een waar genoegen, merci beaucoup!



Grenshoppen

Nadat de tranen zijn opgedroogd, bollen we verder doorheen het Tsjechische landschap en dat is er eentje van goedaardige glooiingen en brede bochten, uitgestrekte velden waar herten hun gading vinden en seizoenen elkaar ontmoeten. Bossen in herfstoutfit terwijl onze eerste sneeuwvlokken neerdwarrelen, 2 dagen later, bij volle zon en 15 graden trotseert ons stalen ros alweer de Tsjechische heuvels, wunderbar.


De dagen en landen volgen elkaar nu in snel tempo op, grenshoppen naar grote noorderbuur Polen zorgt voor sportieve hoogstandjes: duizend bomen en Karpaten, een dubbele bergtop en 25 wandelkilometers, wat steken we nu toch allemaal weer uit? Slowakije loert om de hoek. De Hoge Tatra, onderdeel dus van de Karpaten, wordt verder verkend via de geijkte wandel- en fietsrecepten, never change a winning team. Vervolgens steken we door naar - hoe kan het ook anders - de Lage Tatra. Daar volgt meer van hetzelfde aangevuld met een paar extra’s: al fietsend een heuse col op en berenkak in overvloed, de eigenaars wederom niet te bespeuren.


Het traditionele kampeerseizoen is dan al een poos achter de rug, de meeste campings zijn in winterslaap. Gelukkig kunnen we rekenen op exportproduct nummer 1 van Nederland: de opportunistische campinguitbater. Want ja, ook wij moeten af en toe eens douchen en een proper gewassen onderbroek aantrekken.



Exodus

Hongarije wordt verblijd met een blitzbezoek - vooral dat zonovergoten wijntje in Debrecen is een aanrader - waarna we Roemenië binnenrijden, een land van moeilijke evenwichten. Aansluiten bij het westen versus authenticiteit bewaken, toeristen aantrekken zonder de bossen om te toveren in vuilnisbelten, het blijkt dansen op een dunne koord. Aan de vriendelijke Roemeen die koste wat het kost wil dat we zijn dorpskerk bezoeken en ons nadien nog een fles wijn wou schenken, zal het alvast niet gelegen hebben.


De Karpaten nog steeds onze leidraad, het uitzicht fraai, de omstandigheden wisselvallig als het weer. Overnachten op een supermarktparking, niet bepaald pittoresk, een muis te gast hebben evenmin.


De grootste krokodillen van allemaal zijn opgespaard voor Bulgarije. De eerste nacht is het al prijs: knallende muziek galmt door de boxen, beats die de camper op z’n grondvesten doen daveren. Nee beste hangjongeren dit wordt niet geapprecieerd, bol het af. Tel daar het afgrijselijke wegdek bij op, zo van die “autostrades” waar een Belgische boer nog net met de tractor over durft te rijden, en je zal verstaan dat wij hunkeren naar verlaten stranden, tzatziki en de sirtaki. Griekenland here we come!



92 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page