Waar waren we gebleven? Juist bij het topje van Denemarken, dat deed nog een verwoede poging om ons langer aan zich te binden, ze zetten daarvoor zelfs bewegende zandduinen en botsende zeeën in (check het maar eens: Rabjerg Mile rond het dorpje Skagen), maar het mocht niet baten. We waren niet te stoppen. Spoiler alert: we zijn in Noorwegen aanbeland.
Land in zicht!
Op de dag van de oversteek springen we lichtelijk nerveus uit bed, om 6u30 - zowaar vroeger dan wanneer we onszelf nog economisch nuttig maakten. Een laatste keer tanken om de torenhoge Noorse prijzen te slim af te zijn en dan rollen we letterlijk de ferry op, de camper laten we achter op een ‘ondergronds’ of zeg maar ‘onderzees’ car deck, 4 uur lang niet zeeziek proberen worden (vooral voor m’n compagnon een hele uitdaging) en dan is het zo ver: we zijn op Noorse bodem. En in Noorwegen zijn ze duidelijk voor de directe aanpak, geen geleuter, niet rond de pot draaien, rechtstreeks de bergen in, langs (onverlichte) tunnels en bruggen, manoeuvreren door haarspeldbochten en uitstekende rotsen ontwijken. In dat hele proces hopen dat er geen tegenliggers aankomen, want de banen zijn vaak te smal om met 2 te passeren, wat al eens leidt tot een bruuske stop of een stukje achteruit rijden. Waar ze ook niet flauw over doen: tol zal u betalen! Dat werkt hier op basis van een automatisch scan systeem, geen gedoe met barelen, de factuur zal u wel in de bus terugvinden, lekker efficiënt die Noren. Pal aan een meer vinden we onze eerste slaapplek terug, omringd door rotsachtige heuvels en statige bomen, het kan slechter.
De dagen die volgen rijden we parallel met de kustlijn richting Stavanger, ruige bergen worden afgewisseld met zicht op zee, zo van die plekjes waar je alleen maar gelukkig kan zijn. De fiets zullen we hier niet zo vaak van het rek halen, de wandelschoenen vieren dan weer wel hoogtij. Onze eerste echte hike, was direct eentje die we niet snel zullen vergeten - bestemming Trollpikken, en ja dat staat wel degelijk voor wat je nu aan het denken bent. Een tocht van initieel 12 kilometer, die uitmondde in 17,5. Het leerde ons alvast dat Noorse wandelingen niet altijd goed staan aangeduid, maar dat hoort er hier nu eenmaal bij, in de vorm van het allemansrecht, gaan en staan waar je wil (heerlijk toch!), uiteraard met respect voor mens, natuur en dier. En over dieren gesproken, daar stond ie plots, zo’n 15 meter van ons verwijderd, goed gecamoufleerd tussen de bomen: een eland met een stel poten om u tegen te zeggen. Ze staart ons even aan en besluit het dan op een lopen te zetten, een beklijvend moment dat nog wel even nazindert.
Noorwegen, u bent goed bezig!
Om het stalen ros toch ook niet helemaal te laten vastroesten, wordt het centrum van Stavanger met de fiets verkend. Het is één van de vele stadjes waar cruises aanmeren of vertrekken en restaurants en terrasjes als paddestoelen uit de grond schieten, het heeft wel iets gezellig. De dag nadien staat er zelfs een heuse duathlon op het programma: bike run bike. Een pittige beklimming brengt ons naar het Preikestolen basecamp, fietsschoenen inwisselen voor het wandelpaar en op naar de wereldberoemde Preekstoel, een rotspartij die zich lijkt afgezonderd te hebben van de rest vanwaar je een magnifiek zicht hebt over het fjord en de bergen die er om heen kronkelen. Een niet al te fitte man vond het nog niet indrukwekkend genoeg, besloot dat hij een flauwte had en met de helikopter moest worden afgevoerd, een reddingsoperatie zoals er daar blijkbaar wel vaker plaatsvinden, ook dat was wel eens een unieke belevenis.
We zijn nu echt in fjordenland en ik kom werkelijk ogen te kort. Watervallen die uit het niets opdoemen, alsof er uit elke rots en spleet water naar beneden dendert, sluiers van mist die beetje bij beetje een perfecte symfonie tussen rotsen, besneeuwde bergtoppen en groene heuvelruggen blootleggen. Ik weet het, ik moet dringend wat minder drinken… Al wandelend ontdekken we de Noorse pracht, regenjas altijd en overal meenemen blijft de boodschap, want helemaal droog is het zelden. Een kwartier, halfuur, als je pech hebt een uur stevige regen waarna de zon er plots weer doorkomt, zo gaat dat in Noorwegen.
Na een tussenstop op een camping (die kleren en ook onze lijven moesten dringend nog eens gewassen worden), rijden we verder naar Hardangervidda, een hoogplateau dat een heel andere kant van Noorwegen zal laten zien: geen enkele boom te bespeuren en een ondergrond die wisselt tussen rotsen, drassig grasland met tal van stroompjes er doorheen en een soort mos dat bijna op koraal lijkt en ook kraakt onder je voeten. Je leest het, het natuurgeweld blijft verbazen en dat zal de komende dagen zeker niet veranderen, maar daarover in een volgende blog meer, tot dan!
Ik zit nu al te likkebaarden en begin morgen te sparen voor een camper en trek vanaf 01.08.2028 richting ginder 😎