top of page
Foto van schrijverJana Vanhaverbeke

Spiegeltje, spiegeltje van de wand


De Noorse weerapps schreeuwen code rood, kans op overstromingen, aardverschuivingen en hevige regen. Er zit maar één ding op: wegwezen. Het liefst bleven we nog langer in Rondane nationaal park, maar Storm Hans hebben we liefst niet in onze buurt - nonkel Hans daarentegen is wel altijd welkom. Een dikke drie uur rijden later trekken we de handrem op voorbij Trondheim.


Op een bosbessenwolk


De zwarte wolken zijn verdwenen, de zon staat aan de hemel: wandelen maar. Net als in Rondane nationaal park gaan we ook hier op moosejacht. We speuren de omgeving af, bewegen zo geruisloos mogelijk door het landschap en analyseren uitwerpselen (ja echt) en pootafdrukken. De “zomerwandeling” leidt ons over, langs en vooral door moerassen. Met kletsnatte schoenen en verrimpelde voeten (urgh) arriveren we zonder moose terug bij start.

Na de mislukte elandenzoektocht van gisteren, gooien we het vandaag over een andere boeg. Tijd om Noorwegen per fiets verder te verkennen. Een tochtje van een kleine 60 kilometer, langs meren, fjorden en heuvels op- en afrijdend. Plots valt mijn oog op een uit hout gesneden minotaurus die verscholen staat aan de bosrand. Terwijl ik vol in de remmen ga, roep ik naar mijn wederhelft “Wat is dat?”. De repliek luidt: “Dat is een moooose!”. Beiden staan we vol ongeloof en overgave te kijken naar hoe dit imposante beest bijna huppelend naar het bos aan de overkant loopt en weer verdwijnt.


Bij het ochtendgloren denken we maar aan één ding: pannenkoeken. Al een dag of vier smachten we naar iets zoets en wat comfort food van thuis. Op het zicht gooi ik bloem, suiker, eieren en melk bij elkaar en hoop ik op iets wat op pannenkoeken lijkt. Het beslag gaat de pan in en tot mijn eigen verbazing creëer ik er een stuk of 20. Met twee volle magen openen we de jacht op bosbessen. Al gauw zit ons potje vol met bosbessen en wilde frambozen. Hoe schoon kan het leven zijn? We maken ons rondje af en zien alweer een moose de bossen inhuppelen. Nogmaals: hoe schoon kan het leven zijn?



Omarmd door water


Voor we onze wandelschoenen terug aantrekken doen we het een dagje lekker traag; koffie, een heuse brunch en een nieuwe high score bij Wingspan. Nog wat vissen spotten in de avond en hop naar dromenland, lekker uitrusten voor de 12 wandelkilometers die morgen op het programma staan, wat ons niets buitengewoon lijkt. Na nog geen kilometer weten wij (en onze spieren) wel beter: klimmen, klauteren en afzien. Dat laatste misschien wel in het kwadraat. Van een pad is geen sprake, wel zijn er hier en daar wat rode markeringspunten die ons de weg naar de top tonen, incluis smalle richels en diepe afgronden: hallo hoogtevrees. Tot tweemaal toe wil of beter durf ik niet verder. Mijn eigen fantasie en angst krijgen de bovenhand en ik zie mezelf al te pletter storten. Diep in- en uitademen en met luide aanmoedigen van Mats bereik ik de top. Op trillende benen geniet ik van het uitzicht. Wow, kon ik hier maar blijven, op dit mini stukje dat boven de rest van de wereld uittorent. Een continue toeschouwer zijn van hoe de zee tevergeefs het binnenland probeert te omarmen via de vele fjorden. Ik zie het wel zitten.



Vega baby


Door de ontdekking van enkele gratis ferry’s smijten we onze route om. Vega, één van de zovele eilanden in Noorwegen is onze nieuwe bestemming.

Helaas moet Vega twee dagen wachten. Onderweg richting de ferry rijdt een Noor lekker in het midden van de weg en knalt - gelukkig - enkel tegen onze spiegel. Honderden scherven en veel ducttape later en lichtelijk in shock stranden we in het dorpje ‘Berg’. Volledig uit mijn doen knoop ik een gesprek aan met twee Zweedse vissers. Mijn plotse interesse voor de vissport loont zich die avond nog. Eén van hen staat met een gigantische kabeljauw voor mijn neus als cadeau. Vermits ik geen idee heb hoe je zo’n ding fileert, fileren we hem samen - lees hij fileert en ik kijk. Een onverwacht einde aan deze gekke dag.


Met dank aan een uitermate behulpzame garagist meren we met wat vertraging, maar met een nieuwe spiegel, aan in Vega. Een waar paradijs waar bergen de zee ontmoeten. We wandelen, we fietsen, we genieten en laten ons onderdompelen door de magie van Vega. Online zochten we misschien zelfs wel naar een klein rood huisje dat hier te koop staat. We zitten terug op onze roze wolk en genieten intens. Na drie dagen moeten we ons lichtelijk verplichten om terug naar het vasteland te trekken, zo niet zaten we er nu nog en zou dat rode huis het onze zijn.



Elanden à volonté


Het is tijd voor de zeven zusters, of toch één ervan. Een bergketen met, jawel, zeven pieken die je kan beklimmen. Het plan is: vroeg gaan slapen en vroeg op pad. Wanneer drie elanden vanuit de bossen opduiken op het veld tegenover ons, laten we ons plan varen. Verrekijker in de aanslag en een uur lang observeren we het trio. Wanneer er later nog eens vier andere mooses opduiken, zijn we helemaal door het dolle heen.


Tijd voor onze eerste duizender van de reis. 1.000 hoogtemeters naar de top. Alweer heel wat geklauter over rotsen en op sommige stukken voelt het zelfs of we loodrecht naar boven klimmen. Boven eten we pasta pesto terwijl we van de vergezichten genieten. Terwijl wij voorzichtig afdalen en voortdurend dubbelchecken of we wel stabiel staan, lopen de Noren ons voorbij. Op sneakers alsof het een walk in de park is. Een techniek die wij duidelijk nog niet onder de knie hebben. Een kilometer voor het einde stoppen we aan een ijskoud bergmeer. Veel twijfels, ja maars en als dit of als datjes later, spring ik er toch in. Ijzig koud, maar de spieren zijn me de dag nadien dankbaar. Met de gedachten aan de elanden blijven we nog een nachtje langer staan. De zon is al achter de bergen en we verwachten geen mooses meer te zien, maar zoals dat gaat in Noorwegen komen ze op het onverwachts tevoorschijn. Opnieuw staan er vier elanden te grazen en later komt er nog eentje met een baby bij. Alweer krijgt Noorwegen me stil.



76 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page